Column van de Dag / No Spang! Of te wel “Maak je niet druk” (deel 2)

Foto: Pixabay

Op 1 februari schreef Anke In haar nieuwe ‘Column van de Dag’ op Beverwijk-, Heemskerk- en Velsen.Nieuws.nl over Suriname. Het was een verhaal dat te uitgebreid was voor één column. Daarom volgt vandaag deel 2 van Anke’s belevenissen in Suriname.

No Spang! (2) door Anke Hupkes
Nou dat niet druk maken viel wel mee, maar er was wel een druk programma waarin een paar dagen Paramaribo een rustpunt waren.

De volgende dag was er een ochtendexcursie naar de Vlindertuin in Lelydorp, zo’n 25 km van Paramaribo, met allerlei mooie vlinders, rupsen en ook slangen. Deze konden volgens René (boer) wel wat vriendelijker gehuisvest worden, ze lagen gewoon op gaas.

Het was toch leuk om een boer in het gezelschap te hebben. Hij stelde interessante vragen. Bovendien was ik erg blij met zijn hulp bij het in en uit die wiebelige boten stappen. De meeste boten, waar we soms lange tochten mee maakten, waren een soort grote roeiboten (met motor) met een dak tegen de zon. De warmte viel overigens best mee het was rond de 28C met en windje. Lekker weer dus.

Colakreek
Dan naar een pottenbakkerij en houtsnijwerkplaats, gevolgd door een lunch bij Colacreek, een recreatieplek net buiten Paramaribo. In het busje waar we in reden waren de plaatsen inmiddels verdeeld: Susan en ik achterin (waarom dat “de babbelbox” genoemd werd is mij niet helemaal duidelijk).

Aan het eind van de middag zijn we weer bij het hotel en wordt ik opgewacht door Ivan, onze badmeester, die mij de stad laat zien. De wijken hebben de namen van de oude plantages. We eten in een gezellig restaurant “Souposo”, wat soep van thuis betekent.

Nickérie
Vervolgens naar het westen “Nickérie”. Tijdens het wachten op het visum had ik voor de zekerheid geïnformeerd naar de uitspraak. Dit is de plaats waar de meeste Hindoestanen wonen. Onderweg kwamen we langs Groningen, een stad een monumenten voor de Boeroes. De Boeroes waren boeren die eind 1845 uit het Nederlandse Groningen kwamen om hier een beter leven op te bouwen. De meeste van hen stierven echter binnen enkele maanden aan tropische ziekten.

Even verderop ligt Wageningen. Langs de rivier, bij een klein marktje zijn de bomen vol met apen. Vanaf Nickerie kun je Brits Guyana zien liggen en we zien een prachtige zonsondergang.

Bikipan en Bosjes Brug
Op de terugweg maken we een vaartocht over Bikipan, een enorm meer met vele flamingo’s en andere tropische vogels, zoals de rode Ibis.

Via de enorme “Wijttenbachbrug” of Bosjes Brug over de Surinamerivier komen we weer terug in Paramaribo.

Pepernot
Dan kom mijn grote wens uit: fietsen in Suriname. We huren een fiets en met een boot gaan we naar de overkant van de rivier. Prachtig door de mooie natuur naar een Oude koffieplantage “Peperpot”. Hij functioneert niet meer, maar wie weet komt dat weer. Achter de plantagewoning ligt een eenvoudig wijkje waar Javanen wonen, de afstammelingen van de contractarbeiders die na 1863 de slaven moesten vervangen.

Op zondagochtend gaan de Surinaamse mannen met hun vogeltje naar het “Onafhankelijkheidsplein” met zijn overheidsgebouwen en het standbeeld van staatsman Pengel. Grote mannen met vogelkooitjes, waarin het zangvogeltje zit, het vogeltje wat het Hoogste zingt wint de prijs en daar gaat groot geld in om.

Josensavanne
Dan naar het zuiden “Jodensavanne” waar zich het boek van Cynthia McLeod “Hoe duur was de suiker” afspeelt. Het is een oude plantage, waar weinig meer van over is, behalve het kerkhof.

We overnachten in eenvoudige cabines op palen. De volgende ochtend gaat de telefoon: “Heb jij hier bereik?”, ja blijkbaar… een klant met een vakantievraag. Ik vertel “midden in Suriname “te staan en dat ik over een paar dagen terug zal bellen.

Anaulu
Onze laatste stop is in Anaulu (anooloe, op zijn nederlands dus) een indiaans dorp, dat gedeeltelijk Christelijk en dus welvarender is, zo ging dat immers. We bezoeken de kerk, zwemmen in de rivier en maken een rondtocht door het bos. Op een hoopje liggen wat wapens, “nog van Ronny Brunswijk” wordt gezegd.

Plotseling beginnen 2 vrouwen te rennen, er is een boot omgeslagen en ze proberen bagage te redden, anders zien de eigenaren het nooit meer terug. Ze vinden zelfs een portemonnee.

Terug in Paramaribo eten we in de Waag ( voor ons een raar idee, hier werden de slaven immers “gewogen”..) en bezoek ik met Ivan zijn broer die ook een reisbureau heeft.

Het was een heel bijzondere reis, veel gezien en meegemaakt, ik hoop nog eens terug te komen

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen