Wie werken er allemaal bij Stichting Welzijn Beverwijk? Doen ze dit als vrijwilliger of beroepsmatig? Wat houdt het werk precies in? En wat drijft ze om dit werk te doen? De komende tijd zullen medewerkers zichzelf voorstellen en over hun werk bij de stichting vertellen.
Deze keer vertelt Désireé van der Weij haar verhaal. Zij is vrijwilliger bij Taal in de Wijk in buurthuis Wijk aan Duin. Taal in de Wijk is een breed taalproject voor anderstaligen waar ze met meerdere vrijwilligers mensen helpen zich verstaanbaar te maken in onze samenleving.
Désireé: “Voor mij betekent het dat ik wekelijks twaalf mensen zie, die zowel in leeftijd als in land van herkomst verschillen. Er komen mensen uit Turkije, Afghanistan, Somalië, Sri Lanka, Costa Rica en Brazilië. Allemaal hebben ze één ding gemeen: ze willen allemaal heel graag communiceren in het Nederlands.
In het begin heb ik vooral gekeken naar hun interesse: wat zouden ze leuk vinden om te “kunnen” in Nederland? Voor de één was dat een praatje maken met de moeders van school, de ander wilde graag in een groentetuin gaan werken en weer een ander leek het leuk om net als in haar eigen land naailes te geven. De lessen zijn dan dus ook samengesteld vanuit hun eigen behoeftes en vaak direct toepasbaar.
Voor één van mijn leerlingen betekent dat nu dat zij elke week naailes geeft aan vrouwen van verschillende herkomst. Dat zijn hele gezellige ochtenden geworden. Daarnaast spelen we in op de Nederlandse actualiteit en gewoonten. Waar ik zo enthousiast van word is dat het een heel dynamisch en vrolijk proces is, waarin ik alleen de aangever ben. De rest is teamwork! Dat motiveert mensen om elkaar te helpen en te blijven stimuleren, ook buiten het wekelijkse uurtje.
Nederlands is een lastige taal om te leren, zoals het voor ons heel lastig is om Chinees of Arabisch te leren. Naast de wekelijkse les werken we ook met een groepsapp zodat mensen zich ook schriftelijk leren uitdrukken. Het uiteindelijke doel is om de mensen het makkelijker te maken in Nederland te communiceren, zodat ze kunnen meedoen bij alle onderdelen van onze samenleving”.
