Boedapest: stad met vele gezichten

Foto: Pixabay

In haar nieuwe reiscolumn loodst Anke Hupkes haar lezers mee door de hoofdstad van Hongarije  en laat ze kennismaken met geschiedenis, de bezienswaardigheden en de geneugten van wat ooit de twee steden Buda en Pest waren.

(door: Anke Hupkes)

Lang hoef je niet onderweg te zijn. In minder dan 2 uur vliegt je al naar Boedapest, waar je met bus , trein of vooraf geregeld privétransfer in ongeveer 30 minuten in de stad bent.

Als je praat over ‘dè’ stad dan heb het eigenlijk over de ‘steden’. Boedapest bestaat namelijk uit twee (voormalige) steden: Buda en Pest, die worden gescheiden door de Donau, met ín de Donau het eiland Margit-sziget. In Pest, op de rechter Donauoever, zijn de meeste bezienswaardigheden. Dit gedeelte van de stad is ook het meest toeristisch.

(foto: Wikipedia)

Rijke en arme geschiedenis
De hoofdstad van Hongarije heeft een lange geschiedenis achter de rug met de Turkse overheersing die duurde van de eerste helft van de 16e eeuw, gevolgd door de Oostenrijkers, die in 1686 de stad in handen kregen, weer een eeuw later later gevolgd door de Habsburgers. Deze tak van de Habsburgers was echter zelf zo arm, dat ze geld aan de bevolking vroegen om te eten, aldus een boek over het Habsburgse geslacht.

Badhuizen
Door deze lange Turkse overheersing zijn er nog steeds veel badhuizen in de stad, waarvan één van de bekendste in Hotel Gellért****  Het water is kalkhoudend en 46C, heerlijk warm dus.

(foto: Wikipedia)

Vanuit het Gellérthotel kunt je langs de Gellértheuvel  met Citadel van Buda naar de burcht van Buda wandelen en naar boven klimmen  om in het voormalige koninklijke paleis te komen.  Hier is een prachtig plein met gezellige terrasjes en een paar musea. Aan de rand  heb je een prachtig uitzicht over de stad Pest en de regeringsgebouwen.

(foto: Wikipedia)

Met de kabelbaan ga je weer naar beneden om nog even naar het vissersbastion te lopen.  Hier werkten de vissers al in de middeleeuwen, maar het Vissersbastion is pas rond 1900 gebouwd.

Over de Kettingbrug terug naar Pest
In deze buurt hebben we gegeten bij een typisch Hongaars koffiehuis “Firkasz“, met vrolijke pianomuziek op de achtergrond.

De kettingbrug (foto: Pixabay)

Zelf heb ik beide keren dat ik in Boedapest was in het Radisson Blu hotel gelogeerd, prima kamers en een heel uitgebreid ontbijt. Dit hotel ligt zeer centraal in Pest, dus je kunt prima te voet naar de regeringsgebouwen of de andere kant op richting het Heldenplein, een enorm kaal plein gelegen aan het Stadspark met de Kunsthal en het Museum voor Schone Kunsten

Zelf bezocht ik het  Museum voor Toegepaste Kunst, met de prachtig herbouwde schatkamer van Esterhazy.

Synagoge
Hiervandaan loop je makkelijk naar de joodse wijk, met de enorme Synagoge, prachtig gebouw met 3000 zitplaatsen.  In de tuin erachter zijn vele joodse slachtoffers begraven, gestorven in het ghetto. Als gedenkteken staat er de levensboom met zilveren blaadjes voor ieder slachtoffer één.

(foto’s: Wikipedia)

Direct achter de synagoge zit “Chess restaurant”,waar je niet alleen heerlijk eten kunt, maar ook de bediening erg goed is.

In de joodse wijk en de wijk achter de regeringsgebouwen is het heerlijk slenteren, winkelen en vooral genieten van de patisserie van het 150 jaar oude “Gerbeaud” in een prachtig Jugendstil- gebouw. En als ik het dan toch over eten heb , sla vooral restaurant Karpatia niet over. Hier eet je onder genot van vioolmuziek, Gipsy natuurlijk.

Smakelijk kunstwerkje van Patisserie Gerbeaud (foto: Wikipedia)

Met Wenen en Praag kent Boedapest ook een prachtige muziekgeschiedenis, dus is er een prachtige oude opera, de staatsopera van Hongarije. Wij bezochten er met Kerst de Notenkraker van Tjaikovsky, zoals altijd prachtig vanzelf. Er blijkt een lift te zijn, maar na een dag sjouwen, zijn we met de trap naar boven gegaan. In de pauze is het dan heerlijk om mensen te kijken.

Boedapest een stad om naar terug te gaan!

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen