Nam ik jullie in mijn vorige column nog mee naar Florence, vandaag zoek ik het noordelijker en laat jullie kennismaken met Denemarken, een land wat met de auto misschien nog wel leuker te bereizen is dan met het vliegtuig.
Het rustige en lieflijke Denemarken! (door: Anke Hupkes / foto’s: Wikipedia)
Het is een uurtje vliegen naar Denemarken. Maar het kan ook anders: Denemarken ligt ook op 7 uur rijden van de IJmond, dus waarom niet rustig de route rijden via de Hanzesteden Bremen en Lübeck naar Jutland.
Op Zuid-Jutland vind je het plaatsje Billund. Met zijn ruim zesduizend inwoners slechts een stip op de kaart van Denemarken, maar toch wereldberoemd, dankzij het themapark Legoland. Het park is inmiddels bijna 50 jaar oud en was in 1968 het eerste Legopark ter wereld. Inmiddels vinden we al in 8 landen Legoparken en zijn er nog 2 in de planning.
Silkeborg en de Man van Tollund
Genietend van het vlakke land van Jutland kom je in het oude stadje Silkeborg, met zijn prachtige bakstenen gebouwen. In de stad ook het plaatselijke museum met ‘De Man van Tollund’, een in 1950 gevonden veenlijk dat dateert van circa 350 jaar voor Christus. Toen een paar turfstekers het lijk vonden dacht men eerst dat het ’t lichaam was van een vermiste jongeman. Een door de politie ingeschakelde archeoloog kwam na onderzoek echter tot de conclusie dat het lichaam al 2300-2400 jaar oud was. 
Volgens het Guinnessis het Book of World Records is ‘De Man van Tollund’ het best bewaarde lichaam uit deze tijdsperiode.
Arhus en Den Gamle By
We logeren in een Kro (tegenwoordig zou je Airbnb zeggen) in Lasby, midden Jutland, en maken vandaar uit uitstapjes naar o.a. de havenstad Arhus, met z’n prachtige openluchtmuseum “den Gamle By”. Natuurlijk kun je ook nog een dag naar het Noordzeestrand…, maar daar kwamen wij niet.
Den Gamle By (letterlijk: Het oude stadje) ligt temidden van de Botanische tuinen van Aarhus en omvat 75 historische gebouwen afkomstig van 20 gemeenten uit het gehele land. Tegenwoordig trekt het circa 3,5 miljoen bezoekers per jaar
Dan naar Odense op Funen. Funen is het op één na grootste eiland van Denemarken en ligt tussen het eiland Seeland (het grootste eiland) en het vasteland van Denemarken. Funen wordt ook wel het tuineiland van Denemarken genoemd met zijn zacht glooiende heuvels, boomgaarden en vakwerk boerderijen met rieten daken.
Odense, de op twee na grootste stad van Denemarken, dankt zijn bekendheid vooral aan het feit dat het de geboortestad is van de sprookjesschrijver Hans Christiaan Andersen.
Kopenhagen
De reis gaat verder met de trein, die op de ferry gaat naar het hoofdeiland Sjealland met Kopenhagen, de hoofdstad van Denemarken. Natuurlijk gaan we hier eerst op zoek naar “De kleine zeemeermin”, bekend van het Sprookje van Andersen. En laat ik dit zeggen: Dat was nog niet eens eenvoudig, want in de grote haven is het maar een klein beeldje, vlakbij een wooncomplex voor militairen en de Citadel met parken rondom.
Kopenhagen vind ik altijd een beetje lijken op ‘Amsterdam in het klein’. De hoofdwinkelstraat is de Ströget, waar het heerlijk slenteren is. En als je honger krijgt dan is de Nyhavn een echte aanrader. Je kunt er heerlijk eten. De Ströget is straks rond kerst weer prachtig versierd.
Binnen de stadsgrenzen bevinden zich een paar kastelen:
- Slot Amaliënborg, waar de koninklijke familie ’s winters woont. Hier bekeek ik ooit de stamboom van de Europese koningshuizen. Dan wordt het in één klap duidelijk waarom bijna alle vlaggen rood,wit blauw zijn.
- Het Rosenborg Slot doet zijn naam eer aan met de prachtige rozentuin er omheen.
Christianhaven
Ook is het de moeite waard om even door Christianhavn te lopen, een oude wijk met veel water en nog de oorspronkelijke bebouwing. Anders dan veel andere wijken in Kopenhagen, waar branden de originele kleurrijke houten bebouwing verwoestten, is Christianhavn gespaard gebleven van branden.
In Christianhaven vind je ook de vrijstaat “Christiania”, in 1970 gesticht door een groep hippies en als krakersbolwerk nu nog steeds bewoond door kunstenaars.
“Gao ie maor veur”
Natuurlijk is Kopenhagen wereldberoemd om het attractiepark “Tivoli”, tegenwoordig een prachtig park met terrassen, theaters en nog een kleine speeltuin. Iedere zichzelf respecterende Kopenhager gaat er tenminste eenmaal per jaar naar toe.
De ingang is recht tegenover het station. Ik liet er een oudere dame voorgaan en zei zonder na te denken “Gao ie maor veur”, blijkbaar lijkt het Deens op mijn moerstaal het Achterhoeks dialect.
In deze buurt liggen, zoals overal bij het station, veel hotels. Een aanrader is het Ascot hotel****. Ben je met het vliegtuig gekomen, dan kun je vanaf het station met een shuttlebus naar de luchthaven.
Sontbrug
Met de auto kun je via de 9 kilometer lange Sontbrug (tolbrug) noch even een bezoek brengen aan Malmö in Zweden. Voor een enkele rit met een personenauto betaal je wel € 56,- maar de brug is een beleving op zichzelf, en Malmö is ook niet verkeerd. 
