Vandaag 40 jaar geleden, op 17 augustus 1982, werd door Polygram, de Philipsvestiging in het Duitse Langenhagen nabij Hannover, de eerste compact disc gefabriceerd. Het nieuwe schijfje zou het begin betekenen van een revolutie in de platenindustrie en het einde van de zwarte vinylen schijven.
(door: Wim Meijer)
Grote zwarte schijven van vinyl en indrukwekkende albumhoezen waarmee complete tienerkamers konden worden behangen… alles veranderde met dat ‘lullige schijfje’ met een doorsnede van 12 centimeter en welgeteld 1,2 millimeter dik. Niet langer een (diamanten) naald die bleef steken in de onvermijdelijke krasje op het vinyl of het kraken van het stof dat, naarmate de lp ouder werd, toenam en de indruk wekte alsof er op de achtergrond een stevige bui viel. Een hele vooruitgang, zou je zeggen. Maar vraag het iedere zichzelf respecteren babyboomer en die denkt toch met weemoed terug aan zijn of haar tienerkamer, waarin het vinyl met een doorsnede van 30 centimeter een bepalende rol speelde.
Beeldplaat
Als sinds 1973 had Philips geëxperimenteerd met de schijf die ooit cd zou gaan heten. Eigenlijk begon het met een van de grootste mislukkingen van de Eindhovense fabriek: de beeldplaat. Al aan het eind van de vijftiger jaren had de Amerikaan David Paul Gregg de techniek uitgevonden om een schijf met gegevens met een laserstraal uit te lezen. Deze techniek vormde de basis voor de beeldplaat, die Philips in 1972 introduceerde.
Het grote voordeel van de lasertechniek was het feit dat er geen fysiek contact meer nodig was tussen de plaat en de afspeler (de naald), vaak de bron voor storingen (krasjes, stof, etc.) Toch werd de beeldplaat geen succes omdat Philips weliswaar de afspeelapparatuur maakte, maar de videofabrikanten vasthielden aan de videoband en geen beeldplaten produceerden. Daarbij kwam er voor de beeldplaat uitsluitend afspeelapparatuur bestond en geen opnamemogelijkheid. Dat maakte dat bij de consument nauwelijks behoefte was aan de nieuwe techniek.
Klein schijfje, veel muziek
Toch zou deze mislukking de basis vormen voor de succesvolle compact disc. Eigenlijk was het principe eenvoudig: Laat het beeld weg en beperk je op de schijf tot geluid. En dat was precies wat gebeurde. Uiteindelijk werd het doel om een zo klein mogelijk schijfje te ontwikkelen met daarop zo veel mogelijk muziek, volledig vrij van storingen, tikken en ruis. Doordat ook Sony werd betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwe geluidsdrager lukte het om de cd tot wereldwijde standaard te maken.
9e Symfonie van Beethoven past niet
Het bepalen van de maatvoering van de CD had echter nog wel wat voeten in de aarde. Aanvankelijk was de diameter van de cd door Philips bepaald op 11,5 centimeter, waardoor deze maximaal 68 minuten stereomuziek kon bevatten. Sony’s president Norio Ohga , een groot liefhebber van klassieke muziek, stond er echter op dat de cd voldoende ruimte zou bieden voor de complete Negende Symfonie van Beethoven, gedirigeerd door Wilhelm Furtwängler uit 1951. Omdat deze 74 minuten duurde werd de diameter van de cd opgeschroefd naar 12 centimeter, waarmee het mogelijk werd om 74 minuten stereomuziek op te slaan op het schijfje. Het gevolg was dat de inmiddels gebouwde apparatuur in de Philipsfabriek bij Hannover volledig moest worden omgebouwd.
Herbert von Karajan
Nadat de techniek was gerealiseerd moest ook de consument warm worden gemaakt voor de cd. Omdat Philips met Polygram aan het begin van de zeventiger jaren meer dan de helft van de klassieke muziek in handen had concentreerde men zich bij de introductie van de cd eerst op die markt. Het lukte zonder veel moeite om de wereldberoemde dirigent Herbert von Karajan enthousiast te krijgen voor de compact disc. En dat leidde er toe dat de allereerste cd, die op 17 augustus 1982 van de band rolde, een uitvoering bevatte van de Alpine Symfonie van Richard Strauss gespeeld door het Berliner Philharmoniker en gedirigeerd door Herbert von Karajan.
Popmuziek: cd-doosje anticlimax
Na de klassieke werken was het de beurt aan de popmuziek. Hier zat men aanvankelijk niet te wachten op dat kleine zilverkleurige schijfje. En vooral het ‘doosje’ vormde een enorme anticlimax in een periode waarin artiesten zich juist extra profileerden met hun grote en vaak kleurrijke lp-hoezen. Zoals de videoclip in de huidige popmuziek vormde de lp-hoes ook een wezenlijk onderdeel van het album. Daarbij kwam dat ook het digitale geluid, weliswaar kraak- en ruisvrij, door veel artiesten en fans als ‘minder warm’ werd ervaren. Toch lukte het Philips en Sony om ook de popwereld over de streep te trekken.
Brothers in Arms
Het eerste popalbum dat in 1982 uitkwam op CD was ‘The Visitor’ van de Zweedse succesformatie ABBA. Toch zou het nog enkele jaren duren voordat de cd echt zijn grote doorbraak zou maken in de popmuziek.
De belangrijkste troef daarbij de groep Dire Straits die in 1985 het album ‘Brothers in Arms’ op cd uitbracht. De gelijknamige wereldtournee van 248 concerten met meer dan tweeënhalf miljoen toeschouwers werd volledig door Philips gesponsord. Met deze tournee en het gelijktijdig uitbrengen van ook alle voorgaande albums van de Britse rockband groeide de cd-verkoop plotseling explosief en werden ook de andere platenmaatschappijen over de streep getrokken.
Doe Maar
In Nederland was het in 1983 de groep Doe Maar die de cd-primeur had met het album 4US. De groep beleefde op dat moment de hoogtijdagen van hun populariteit. Weliswaar had ook Henny Vrienten, leading man de Doe Maar, aanvankelijk moeite met het ‘andere geluid’ van de CD en het afscheid van de grote LP-hoes, maar vind het nog steeds leuk dat Doe Maar de eerste was met deze nieuwe geluidsdrager.
Inmiddels zijn we 35 jaar verder na de introductie van de eerste cd en in die tijd zijn er meer dan 250 miljard schijfjes over de toonbank gegaan. Maar nu is ook de cd op zijn retour. Tegenwoordig pakken we de muziek ‘uit de lucht’ en wordt de cd bijna nog uitsluitend gebruikt als informatiedrager voor computers. Dat is erg gemakkelijk, maar wel jammer dat na de artistieke LP-hoezen nu ook de cd-doosjes tot het verleden gaan behoren.