Keukenhof: Het kruidentuintje van Jacoba van Beieren

Sinds gisteren, 23 maart, heeft Keukenhof weer haar deuren geopend. In de komende twee maanden zullen naar schatting weer zo'n anderhalf miljoen mensen de beroemde bloementuin bezoeken. En dan in te denken dat het ooit begon als 'kruidentuintje' van Slot Teylingen.

Jacoba van Beieren was best wel blij met haar ‘kruidentuintje’. In ieder geval was het groot genoeg om te voorzien in haar dagelijkse behoefte aan gezond groenvoer: Maar liefst 230 hectare duingebied nabij het door haar bewoonde Slot Teylingen.

Met dat ‘kruidentuintje’ bedoelen we het Keukenduin, dat in de 15e eeuw fungeerde als natuurlijke hofleverancier voor de bewoners van het slot. Wild, vee, kruiden en bessen vonden hun weg van de duinen, via de keuken, naar de tafel van Jacoba en haar huisgenoten. En ook in de eeuwen na de beroemde gravin haalden de bewoners van Slot Teylingen praktisch al hun benodigdheden voor de keuken uit het Keukenduin. Het is ook om die reden dat de hofstede, die in 1642 in dit duingebied werd gebouwd, de naam Landgoed Keukenhof kreeg. Latere bewoners verbouwden de hofstede Keukenhof tot het huidige met torens verfraaide Kasteel Keukenhof.

Het duurde tot 1949 totdat de bollentelers uit de omgeving van Lisse besloten om gezamenlijk een jaarlijkse bloemententoonstelling te organiseren op een gedeelte van het dit grondgebied. Hiervoor werd door de eigenaar van het landgoed 32 hectare grond ter beschikking gesteld. En op 23 maart 1950 opende voor de eerste keer ‘Keukenhof’ de poorten voor wat zou uitgroeien tot de grootste bloemenexpositie ter wereld.

Dat het concept van Keukenhof volstrekt onverslijtbaar is blijkt ieder jaar opnieuw als gedurende zonnige weekenden de wegen naar Lisse volledig verstopt raken door bezoekers van Keukenhof met de absolute climax gedurende de Paasdagen en tijdens het weekend van het Bloemencorso.

Zoals het er nu uitziet valt de bloeiperiode van veel voorjaarsbloemen samen met de Paasdagen. En dat is lang niet altijd het geval. In voorgaande jaren kwam het wel voor dat, door een combinatie van een warme lente en een laat vallende Pasen, veel bloemen al waren uitgebloeid.

Toch is het altijd zo geweest dat bezoekers van de Keukenhof tot de laatste openingsdag, medio mei, niets tekort kwamen. Dat heeft alles te maken met het feit dat men in Keukenhof een gefaseerde bloei kent. Iedere bloemensoort kent zowel vroege als late bloeiers. Door die goed te mixen blijft de Keukenhof twee maanden in volle bloei staan. En daarnaast heeft Keukenhof ook nog een aantal kassen die niet gevoelig zijn voor weersomstandigheden en sowieso altijd garant staan voor een indrukwekkende bloemenpracht.

Dat Keukenhof vooral populair is bij buitenlanders is duidelijk. Vooral de gasten uit Duitsland en uit Azië. En zo nu en dan, tussen al dat Duits, Engels, Chinees en Japans door, hoor je ook nog wel eens Nederlands praten. Op zich niet vreemd: Wij Hollanders vinden tulpen, hyacinten, krokussen en narcissen ‘gewoon’ , maar toch… Het is dan weliswaar aangelegd en daardoor minder natuurlijk, maar ook natuur die een handje is geholpen is mooi, zo getuigen bijgaande beelden.