Missie om tijdens New York City Marathon deelname aan de Olympische Spelen in Japan veilig te stellen jammerlijk mislukt. 37eplaats in ‘The Big Apple’ respectabel, alleen “Hier kwam ik niet voor naar New York”.
Het was afgelopen zondag de doelstelling van de Castricumse atleet
Michel Butter: tijdens de New York City marathon hoopte hij deelname aan de Olympische Spelen in Tokyo veilig te stellen. Om dat te doen moest hij een tijd lopen van binnen de 2.11.30 of bij de eerste 10 eindigen.
Vooraf realiseerde Butter zich al dat die tijd van 2.11.30 heel lastig zou worden. Weliswaar heeft de (vandaag) 35 jarige Butter een persoonlijke besttijd staan 2.09.58 (gelopen in 2012 in Amsterdam) maar het parcours in New York is, met name door veel hoogteverschillen, beduidend lastiger dan dat in Amsterdam. Zijn hoop was dan ook vooral gevestigd op een finish bij de eerste tien, iets wat hij in 2017 eerder deed. Toen eindigde hij in New York als 6e.
Zondag liep het echter allemaal anders dan gehoopt. Het tempo van de kopgroep lag met een schema van 2 uur en 8 minuten duidelijk te hoog voor de Castricummer. Hij probeerde zo lang mogelijk te volgen, maar moest na zeventien kilometer lossen. Na 21 kilometer leken de kansen op een goede eindtijd nog binnen handbereik toen Butter doorkwam met een halve marathontijd van 1.05,06. In het tweede gedeelte kwam echter genadeloos het verval. Na zo’n 25 kilometer zat de Castricummer er helemaal doorheen en eindigde uiteindelijk op de 37eplaats met een eindtijd van 2.25.06
Om alsnog deel te kunnen nemen aan de Olympische Spelen zal Butter moeten proberen om via een voorjaarsmarathon de limiet van 2.11.30 te lopen. Vier jaar geleden mistte de Spelen van Rio op 8 seconden.