Vandaag 51.000 deelnemers aan start van de ‘Moeder van alle stadsmarathons’, de TCS
New York City
Marathon. Enige vraag: komen ze ook allemaal over de finish? De ervaring leert dat er onder hardlopers ook ‘doodlopers’ kunnen zijn.
(Tekst: Wim Meijer)
Vandaag, zondag 3 november 2019, gaat voor de 49ekeer de Marathon van New York van start. In 1970 begon het in ‘the Big Apple’ met slechts 127 lopers. Nu, 49 jaar later, telt diezelfde marathon eenenvijftigduizend deelnemers. Een goede ontwikkeling? Daar wordt verschillend over gedacht. Want je kunt je ook wel eens dóódlopen! Dat doen namelijk 300 tot 400 Nederlanders per jaar.
Herfst topperiode voor langeafstandslopers
Met de zomer achter ons zijn we weer helemaal terechtgekomen in de periode van het hardlopen. En dan doel ik met name op het langeafstandslopen, en het marathonlopen in het bijzonder. Dat komt natuurlijk omdat de weersomstandigheden rond september vaak erg gunstig zijn om te lopen, maar ook omdat in het najaar altijd hardloopevenementen worden georganiseerd die voor het grote publiek tot de verbeelding spreken.
Running-events
Zo beleefden we vorige maand de Dam-tot-Damloop over 16 kilometer tussen Amsterdam en Zaandam, met maar liefst 50 duizend deelnemers. En op 20 oktober stonden er, verdeeld over diverse afstanden, opnieuw een dikke 45.000 deelnemers aan de start van de 44e Marathon van Amsterdam. En vandaag is het dus de beurt aan New York, waar zich 51 duizend mensen wagen over de volle afstand van 42 kilometer en 195 meter. Hardlopen lijkt inmiddels een virus dat pandemische vormen heeft aangenomen.
[caption id="attachment_60202" align="alignnone" width="2000"]
New York City Marathon
De New York City Marathon is misschien wel het meest illustratief voor de ontwikkeling van het marathonlopen. Op zondag 13 september 1970 werd deze marathon voor de eerste keer georganiseerd. Het was een initiatief van de New York Road Runners. Welgeteld 127 lopers stonden er aan de start kregen van die eerste marathon en slechts 55 haalden de finish. De winnaar was de Amerikaan Gary Muhrcke met een tegenwoordig nauwelijks tot de verbeelding sprekende tijd van 2 uur, 31 minuten en 39 seconden.
[caption id="attachment_61178" align="alignnone" width="2000"]
Massale deelname
De eerste vijf jaar bestond de NYCM uit een aantal rondjes door Central Park. Maar nadat het parcours in 1976 werd verlegd naar de vijf stadsdelen (Staten Island, Brooklyn, Queens, The Bronx en Manhattan) sloeg het loopevenement aan bij het grote publiek. In 1977 was de NYCM met 4821 deelnemers al uitgegroeid tot de marathon met het grootste deelnemersveld ter wereld. En op dit moment is dat aantal van 1977 meer dan vertienvoudigd.
Ieder stad z’n marathon
Na New York heeft tegenwoordig bijna iedere zichzelf respecterende wereldstad zijn eigen stadsmarathon. Steden als Londen, Parijs, Boston, Berlijn en Rotterdam vechten onderling om de meeste deelnemers en de snelste eindtijden. En dit alles zorgt ervoor dat nog steeds meer mensen aan het hardlopen gaan. Iets waar volgens mij helemaal niets mis mee. Immers… sporten, en dus ook hardlopen, is gezond.
[caption id="attachment_61176" align="alignnone" width="1200"]
Overlijden gedurende hardlopen
Toch is een logisch gevolg daarvan dat er ook steeds meer mensen overlijden gedúrende het hardlopen. Ja, lees even goed wat ik schrijf: ik zeg niet dat er meer mensen overlijden dóór het hardlopen, maar gedúrende het hardlopen. Heel simpel: als iedereen de hele dag in een stoel zit dan gaat ook iedereen dood in een stoel. En dat komt dus niet omdat die stoel zo ongezond is. Simpele conclusie: naarmate meer mensen vaker en langer hardlopen zullen ook meer mensen gedurende het hardlopen overlijden.
[caption id="attachment_61173" align="alignnone" width="1200"]
Waarschuwing cardiologen
In 2013 luidden enkele cardiologen de noodklok. Per jaar zouden er in Nederland naar schatting tussen de 300 en 400 mensen overlijden door acuut hartfalen gedurende of direct na het hardlopen. Het was een boodschap die door de media werd gebracht als een soort waarschuwing dat hardlopen een levensbedreigende activiteit was. En dat vraagt toch wel enige nuance.
Nederland kent naar schatting (vraag me overigens niet wie dit heeft geschat) ongeveer 3 miljoen mensen die min of meer regelmatig hardlopen. Van die 3 miljoen zouden er dus per jaar tussen de 300 en 400 overlijden. Natuurlijk is dat erg! Alleen: je praat over een sterftecijfer van 0,13 promille. Je praat over 1 op de 7500. En dat is héél erg weinig. Hartstikke dramatisch, maar ook hartstikke weinig!
[caption id="attachment_61180" align="alignnone" width="1920"]
Níet bewegen is dodelijk
Want laten we daar eens het alternatief tegenover zetten van het niet-sporten. Van het gebrek aan beweging. Enige tijd geleden schreef het Britse medisch tijdschrift The Lancet dat wereldwijd jaarlijks 5,3 miljoen mensen overlijden aan de gevolgen van te weinig beweging. Dat is 10% van alle sterfgevallen. Daarmee stelde The Lancet dat het ‘te weinig bewegen’ net zoveel dodelijke slachtoffers maakt als roken, obesitas en de belangrijkste vormen van kanker. Onderzoeker Harold W.Kohl van de Universiteit van Texas pleitte er dan ook voor om het gebrek aan beweging, net als een ziekte, te benaderen als een echt probleem voor de volksgezondheid.
2400 minder sterfgevallen
Kijk dan nog een keer naar die 3 miljoen lopers en loopsters in Nederland. Stel dat we ervan uit zouden kunnen gaan dat deze groep, dankzij hardlopen, wél voldoende beweging heeft. Dan zouden er per jaar, binnen deze 3 miljoen, ongeveer 2400 mensen minder sterven (10% van het ‘normale sterftecijfer) Wat ik maar wil zeggen: onvoldoende getraind aan een marathon beginnen is vragen om problemen. Maar laat je niet wijsmaken dat hardlopen levensgevaarlijk is. Want ‘niet-hardlopen’ is bewézen tien maal gevaarlijker! Je zult je veel eerder dood-vervelen dan dood-lopen.
Kortom: Ik wens iedereen heel veel sportplezier en misschien tot straks in Amsterdam, Rotterdam, New York of gewoon op een mooie herfstachtige zondagmorgen in bos of duinen.