Hondenbelasting: nog 193 gemeenten heffen ‘Blaftax’, maar waarvoor eigenlijk?

Foto: Unsplash - Marion Michele

Al 574 jaar betalen we hondenbelasting: eerst voor mensen met een ‘hondenleven’, toen ter bestrijding van Hondsdolheid en weer later als een eerste vorm van Wegenbelasting. Alleen… vandaag de dag weet niemand meer waarvoor we het betalen.

(tekst: Wim Meijer / Bronnen: CBS, Wikipedia)

Vandaag maakte het CBS bekend dat het aantal gemeenten dat hondenbelasting int inmiddels is gedaald tot 54 procent. Steeds meer gemeenten zien in dat de hondenbelasting toch iets onredelijks heeft en, los daarvan, het innen ervan dermate lastig is dat de opbrengsten van de belasting niet meer in verhouding staan tot de kosten van het handhaven.

Vijf van de 12 Kennemerlandgemeenten hondenbelastingvrij
De cijfers van het CBS herkennen we ook in de regio Kennemerland. Inmiddels zijn 5 van de 12 gemeenten al afgehaakt. Hondeneigenaren in Alkmaar, Castricum, Uitgeest, Bloemendaal en Zandvoort worden niet meer lastiggevallen door rondsnuffelende controleurs. Beverwijk, Heemskerk, Velsen, Haarlem, Haarlemmermeer en Zaanstad zien echter het hondje nog steeds als melkkoetje. In deze gemeenten gaan ook dit jaar weer de hondencontroleurs op pad.

Dat betekent: Wie zijn/haar hond niet heeft gemeld bij de gemeente (en dat ook graag zo laat) kan bezoek verwachten van een meneer of mevrouw die het oor te luister legt om een eventueel ondergedoken viervoeter te kunnen traceren. Doel van deze exercitie is om alsnog via dit vriendelijke beestje een rekening aan de eigena(a)r(es) overleggen van (variërend per gemeente al naar gelang de lokale begrotingsnood) een bedrag van meestal ergens tegen de 100 euro voor de eerste hond. Hoe klantvriendelijk: veel gemeenten geven korting op hondje nummer 2 en daarop volgende viervoeters.

Géén hond, toch de klos!
Maar ook als je géén hond hebt ben je lang niet altijd gevrijwaard van het fenomeen ‘hondenbelasting’. Ook dan kan het zomaar gebeuren dat de ‘meneer van de hondenbelasting’ zich stevig in je vastbijt. In de brief die voorafgaat aan de controle op Hondenbelastingstaat per definitie te lezen: “Als er niemand thuis is, maakt de controleur ter plaatse een beoordeling. Als hij het vermoeden heeft dat op dit adres één of meerdere honden aanwezig zijn, laat hij een informatiebrief met een aangiftebiljet hondenbelasting op het betreffende adres achter”.

(foto: Pixabay)

Welnu, dát ken ik!
Welnu, die informatiebrief ken ik! Enkele jaren geleden beleefde ik zelf het ongenoegen om bij thuiskomst een brief op mijn deurmat te vinden van de Gemeente Beverwijk (want ook daar kent men het ‘melkkoetje’ dat ‘hondenbelasting’ heet!) met de melding: “De controleur van de hondenbelasting is vandaag bij u aan de deur geweest en heeft het vermoeden dat er op uw huisadres één of meerdere honden zijn die niet bekend zijn bij de Gemeente Beverwijk”. Of ik maar even het aangiftebiljet wilde invullen, ook als ik géén hond had!

De ongenuanceerde aanname in de brief veroorzaakte bij mij een spontane mengeling van verbazing, boosheid en verontwaardiging. Hoezo honden? Wat ‘vermoeden’? Waarop was dat vermoeden gebaseerd? Ik heb helemaal geen hond! Nooit gehad ook! Hanteert men hier het principe van de omgekeerde bewijslast? Moet ik nu opeens bewijzen dat ik géén hond heb?

Hondenbelasting rechtvaardig?
Ik mag toch hopen dat de gemeentes inmiddels hun toon wat hebben gematigd, want laten we even voorop stellen: achter de rechtvaardigheid van hondenbelasting kun je behoorlijk je vraagtekens zetten. En dat gebeurt inmiddels ook in heel Nederland. En zelfs internationaal is er veel kritiek op het belasten van hondenbezit. Immers, waar betaal je eigenlijk voor?

(foto: Wikipedia)

Belastingopbrengst voor mensen met een ‘hondenleven’
Om daar achter te komen moeten we terug tot diep in de geschiedenis. Om precies te zijn tot het jaar 1446. Toen werd in Utrecht de eerste hondenbelasting geheven… in de vorm van zout!  Dat voorbeeld werd gevolgd door Leiden. Jaren later ging men over op een geldheffing, waarbij de opbrengst (ook toen al) niet bestemd was voor honden (opruimen poep etc.) maar voor de armen. De gedachte hierachter was dat honden veel voedsel aten wat arme mensen tekort kwamen. Door hondenbezitters belasting te laten betalen kon er dus voorzien worden in voedsel voor de armen. Zo ging ooit in Amsterdam de opbrengst van de hondenbelasting naar het Weeshuis en in Den Bosch naar het ‘Gasthuis van den Heiligen Geesten’.

Hondsdolheid
Maar er waren meer redenen om hondenbelasting te heffen. Zo vormden honden ook een probleem voor de volksgezondheid. Hondenbelasting werd dan ook ingezet als middel om het bezit van honden enigszins aan banden te leggen en daarmee hondsdolheid zoveel mogelijk te beperken.

Hondenbelasting eerste wegenbelasting
Nòg een reden om hondenbelasting te heffen was het gebruik van de hondenkar. Al vanaf het begin van de 17e eeuw werd de hond ingezet als trekdier, maar vooral in de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw werd veel gebruik gemaakt van de hondenkar. Het heffen van hondenbelasting kreeg daardoor enigszins het karakter van een eerste vorm van wegenbelasting. Overigens is het gebruik van de hondenkar sinds 1962 bij ons verboden. Daarmee was Nederland wel het ‘stoutste jongetje van de klas’ want in landen als Frankrijk en Engeland was het gebruik van honden als trekdier al verboden in de 19e eeuw.

Alles nu niet meer relevant
Samengevat kunnen we stellen dat de hondenbelasting nooit echt ten goede is gekomen aan de hond, maar de besteding in ieder geval, zij het met enige creativiteit, nog iets te maken had met onze trouwe viervoeter. Maar dat lijkt nu helemaal voorbij. De hondenbelasting is namelijk geen bestemmingsbelasting. En dat betekent dat het geld ervan verdwijnt in de pot voor algemene middelen. Een gemeente kan dus hondenbelasting heffen, geen uitlaatplaatsen voor honden regelen, en de opruimplicht (en kosten) helemaal neerleggen bij de hondeneigenaar. En dat voelt niet helemaal eerlijk. Dat is dan ook de reden dat er al op diverse, soms subtiele manieren is geprobeerd om de hondenbelasting onderuit te halen.

Discriminatie en onethisch: Europese Hof de weg en de documenten kwijt
Zo diende de Duitse advocaat Elmar Vitt uit Salzhausen in 2012 een klacht in bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens met als eis de hondenbelasting af te schaffen. Hij beriep zich op het feit dat er sprake zou zijn van discriminatie, omdat de belasting niet geldt voor bijvoorbeeld katten, paarden en hamsters. Daarbij stelde hij zich op het standpunt dat het onethisch is om medeschepselen, door het fiscaal belasten, op één lijn te zetten met sigaretten, drank en het bezit van een tweede huis. Zijn klacht ging vergezeld van 120.000 handtekeningen van mensen die ageerden tegen de hondenbelasting. Dit zou toch voldoende moeten zijn voor het Europese Hof om er serieus naar te kijken.

Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Foto: Wikipedia)

Halverwege 2013 bleek echter anders. Drie ‘cruciale, tijdgebonden en onvervangbare documenten’ bleken bij het Europese Hof verloren gegaan! Ondanks het feit dat de rechter toegaf dat de fout aan zijn kant lag werd de termijn, binnen welke de klacht behandeld moest worden, niet verlengd. Dit zou procedureel niet mogelijk zijn, en dus werd de klacht niet behandeld. Het is een understatement te zeggen dat advocaat Elmar Vitt hier een ‘katterig gevoel’ aan overhield.

Baasjes-examen: sigaar uit eigen doos
Een ander soort oplossing lijkt uit Oostenrijk te komen: Hondeneigenaren hoeven daar sinds 2012 geen hondenbelasting te betalen als zij een baasjes-examen afleggen. Op vrijwillige basis kunnen zij voor 25 euro eerst een schriftelijk examen afleggen, met vragen op het niveau van: “Als uw hond met zijn staart zwaait, is hij dan blij, opgewonden of verveeld?” Voor het praktijkgedeelte van het examen moeten baasjes, onder begeleiding van een examinator, met hun hond een wandeling door de stad maken.

Baasjes-examen (foto: Pixabay)

Ze moeten dan laten zien dat ze hun huisdier een muilkorf kunnen omdoen (wat daar in het openbaar vervoer verplicht is) en een demonstratie geven in het oprapen van de uitwerpselen. Alleen jammer dat die vrijstelling voor hondenbelasting slechts geldt voor één jaar. Tel daarbij op het feit dat de hondenbelasting in de Oostenrijkse hoofdstad in 2012 is verhoogd van € 43,60 naar € 72,- dan moet je toch tot de conclusie komen dat ook dat ene jaartje vrijstelling een ‘sigaar uit eigen doos’ is.

Afschaffen ‘blaftax’ als compensatie voor poepzakjes en gehoorzaamheidstraining
Nog even kijkend naar de redelijkheid van het heffen van hondenbelasting het volgende: Laat ik voorop stellen: als ik de klok 50 jaar terugzet zie ik mijzelf meerdere malen per week met hondenpoep aan mijn schoenen thuiskomen. Regelmatig werd ik achterna gezeten door honden die mij niet alleen aardig vonden, maar in mijn kuiten ook een hapklare brok meenden te herkennen. Hoe anders is dat nu. De meeste hondeneigenaren nemen hun verantwoordelijkheid, gaan met de honden naar gehoorzaamheidstraining, ruimen de poep op en lijnen de honden aan waar dat gewenst is. Dit alles maakt het leven van alle stads- en dorpsgenoten een stuk prettiger.

(foto: Pixabay / Wikipedia)

Hoe redelijk zou het zijn om de hondeneigenaren die kosten maken voor gehoorzaamheidstrainingen en opruimzakjes tegemoet te komen door de hondenbelasting af te schaffen, ook in die 193 gemeenten die nog steeds deze ‘blaftax’ heffen. Misschien een aardige tip voor (ook al duurt dat nog 2 jaar) de volgende Gemeenteraadsverkiezingen. Immers, als er één ding is wat politici niet willen is dat ze in de ogen van de potentiële kiezers ‘de gebeten hond’ zijn. Kortom: het is nu het moment om een eind te maken aan een 574 jaar oude traditie die ‘hondenbelasting’ heet.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen