DAF: het pookje mocht nog zo pienter zijn, het was en bleef een ‘truttenschudder’

Foto: Wim Meijer Fotografie

Vandaag 63 jaar geleden, op 7 februari 1958, had de Amsterdamse Auto RAI een absolute primeur in de vorm van de DAF 600. Onder de slogan ‘DAF Variomatic automatisch de beste’ werd de eerste Nederlandse personenauto geïntroduceerd sinds de Spyker.

(tekst: Wim Meijer)

Het werd het grote succes van de autotentoonstelling met 4000 orders in de eerste dagen. Het kon niet missen. Dit was toekomst: autorijden zonder schakelen Inmiddels weten we beter, hoewel…

Met de koets
We mogen tegenwoordig nog zulke mooie, degelijke en snelle auto’s hebben, toch koester ik met liefde mijn herinneringen aan de eerste auto binnen Huize Meijer. Je moet weten, vader en moeder Meijer stammen nog van ruim voor het autotijdperk. Tot vervelens toe heb ik als klein jochie de verhalen mogen aanhoren van hoe ‘de dokter’ (waarmee Zijne Eminentie de huisarts werd aangeduid) nog met de koets voor de deur kwam.

Daf 33
Het duurde uiteindelijk tot 1969 voordat er een auto voor onze deur kwam: een tweedehands donkergroene Daf-33. De gelukkige eigenaar was mijn zes jaar oudere broer. Ja, je leest ’t goed: mijn broer! Want hoewel de DAF altijd gezegend is geweest met het imago van ‘truttenschudder met jarretelaandrijving’ waren er wel degelijk ook mannen die zich lieten verleiden door het gemak van het ‘pientere pookje’.Rondje Zeeweg
Met de komst van de Daf-33 steeg voor mijn gevoel de Familie Meijer met stip op de maatschappelijke ladder. Eindelijk deden we mee, en dat wilden we weten ook. Het werd een bijna vast ritueel: Nadat de laatste hap van het avondeten naar binnen was gewerkt, ging vader aan de afwas en stapte broer met zus, moeder en ondergetekende in het vrij luidruchtig, doch degelijke karretje voor een ‘rondje Zeeweg’ via Overveen en Zandvoort. Het werd het meest geliefde uitje van moeders, die er herhaaldelijk melding van maakte dat zij ook haar ‘laatste tocht’ via de Zeeweg zou willen laten verlopen.

Met de DAF de bergen over
En de Daf bracht meer vreugd. Want eindelijk konden ook wij met de auto op vakantie. Het werd mijn eerste keer buitenland: met broer en zus naar Oostenrijk. Het was de ideale gelegenheid om te laten zien waar de Daf goed in was. Terwijl wij met een gangetje van 30 km/u de Arlbergpas ophobbelden onder de geseling van een brandende zon, zagen we om ons heen de sportieve schakelbakken een voor een de geest geven met een kokende motor.

Introductie DAF 600
Ondanks het feit dat de Daf een uiterst degelijk, handig en ongecompliceerd karretje was, heeft dit ‘automaatje’ zich nooit kunnen ontworstelen van zijn onsportieve, zeg maar gerust ‘truttige’ imago. Dat had alles te maken met het feit dat al kort na de introductie van de eerste Daf personenauto, op 7 februari 1958, men constateerde dat er een zogenaamd ‘gat’ in de Wet zat. Hierdoor was het mogelijk om met die Daf-600 zonder rijbewijs de weg op te gaan, mits de auto een kleine ingreep had ondergaan, waardoor deze niet harder kon dan 25 km/u. Het gevolg was dat er volop van deze kruipauto’s de weg op gingen, tot grote ergernis van de ‘gewone’ weggebruikers.Een andere oorzaak voor het negatieve imago van de Daf was de automatische transmissie, waarover bij veel autorijders het vooroordeel bestond dat deze alleen geschikt was voor mensen ‘die niet konden schakelen’. Het gevolg was dat de Daf vooral succes boekte bij de senioren, en bij de vrouwen in het bijzonder.

Daarnaast bleek de auto ook erg in trek bij de plaatselijke politiekorpsen. Of dat ook iets te maken had met onvermogen tot ‘schakelen’ is me nooit duidelijk geworden.  Ter land, ter zee en in de lucht
In de jaren die volgden heeft Daf van alles geprobeerd om dit imago te veranderen. Pogingen die varieerden van het deelnemen aan rallycrosses, het inzetten van Formule auto’s tot zelfs deelname aan het televisieprogramma Ter land, ter zee en in de lucht, waarbij de Daf op het onderdeel achteruitrijden onverslaanbaar was.

Het mocht niet baten. Het laatstgenoemde programma dankte vooral zijn succes aan de vele ongelukken, onder verbale ondersteuning van een overenthousiaste André van Duin, maar dit leidde niet tot het gewenste sportieve imago voor Eindhovens Trots.

Nadat in 1975 het geesteskindje van de gebroeders van Doorne werd overgenomen door Volvo, zette deze de productie van de Daf-66 voort onder de naam Volvo-66. Dit duurde tot 1981. Toen viel definitief het doek voor de auto ‘met het pientere pookje’. En wat mijn broer betreft: Die had in 1981 het schakelen inmiddels onder de knie en hij schakelde probleemloos door naar ‘een echte auto’.

Hieronder nog enkele bijzondere ‘DAFjes’ 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen