Een nieuwe column van de Haarlems/Beverwijkse musicus
Ruud Jansen waarin hij zijn lezers meeneemt naar zijn muziekverleden en vooral zijn liefde voor orgels.
Toetsen…. Sommigen ondergaan allerlei toetsen op school. Die toetsen kunnen voor een deel je toekomst bepalen. Anderen zoals Haarlemmer Ruud Jansen spelen er op. In zijn geval kan ik beter zeggen 'spelen er mee!' Hieronder een column van zijn hand waar zijn liefde voor de toetsen vanaf spat.
Kan deze column de toets(en) doorstaan?(door Ruud Jansen)
Witte- en zwarte toetsen, soms ook grijs en wit van kleur. Voor mij, maar dat heeft u al eens eerder gelezen, begon het op de piano. Negen jaar oud was ik. De eerste piano kwam er in 1958. Een mooie bruine Taubert & Dinjus.
Hij stond er ineens toen ik thuiskwam van het internaat. Ik vond het bij thuiskomst al zo vreemd, dat er familie in de kamer zat. Er was niemand jarig of zo. Maar men wilde mijn gezicht zien wanneer ik de piano ontdekte. Nou dat schijnt behoorlijk lachen geweest te zijn, de verrassing en zo.
Ik kon er niet van slapen, ik had een piano! De volgende dag, zaterdag, het was mooi weer buiten, heb ik zo ongeveer de hele dag zitten spelen. De straat genoot mee… Buurvrouw vond het prachtig! Ze vroeg meteen om ‘Fur Elise’ , maar dat kende ik nog niet.
Even vragen aan meneer Bosman of hij daarover beschikte. Ik had in Zeist les van een blinde leraar. Een fantastische kerel, die zelfs kon horen als je je vingers verkeerd neerzette. Hij had dus een ijzersterk gehoor. Wanneer je een fout maakte en je zei dat het er zo stond, had hij een grote map met alle muziek in braille. Nee, die man was niet om de tuin te leiden.
Een paar jaar later volgde de overstap naar Kerkorgel. Studeren in een steenkoude kerk. ’s Zomers ging dat nog wel maar ’s winters…..Maar ik had een handige vader, dat mag gezegd. Hij kocht 2 oude traporgels (harmoniums). Hij bouwde vervolgens zelf een pedaal voor de bassen. Dat gaf echter een probleem. Wanneer je met je voeten de bassen speelde kon je namelijk niet meer trappen voor de lucht dat het orgel nodig had. Maar zoals ik al zei, ik had een handige vader….Een oude stofzuiger werd gesloopt en de motor ervan werd gebruikt om de blaasbalg aan te drijven. Klein vervelend detail: dat kreng maakte zoveel herrie dat je het orgel niet meer hoorde…..
Uiteindelijk kon ik gelukkig thuis oefenen en hoefde niet meer naar de koude kerk. De woonkamer stond wel erg vol met een piano en dat orgel…..
Bandjes-tijd
Tja en toen kwam de bandjes-tijd. De klassieken werden vaarwel gezegd en de beatmuziek deed zijn intrede. Ik heb al eerder verteld, dat mijn eerste orgeltje er kwam door de hulp van mijn oma. Een Farfisa, model Mini Compact. Daar heb ik 3 jaar op gespeeld. De volgende stap was een grotere Farfisa: ‘De Fast 5’. Wat een pracht instrument. Veel meer geluiden ik was zo trots als een oude aap.
Mijn instrumentarium werd uitgebreid met een Hohner Pianet. Ik had dat ding bij Rick van der Linden gezien en ik moest en zou het ook hebben. Daarna volgde een heuse Lesliebox. Steeds mooier werd mijn geluid. Ik heb die grotere Farfisa echt volledig uitgewoond. Toen ik hem wegdeed was hij ook totaal versleten. Dus moesten we maar door naar de volgende stap. Een echte Hammond L 122. Eigenlijk een huiskamerorgel met een houten kast. Loodzwaar was dat ding. De band was er niet blij mee. In die tijd hadden we nog geen roadies… Het was dus zelf sjouwen geblazen, zelfs trappen op en af. Dat was voor het orgel niet al te best…. Het zag er op laatst echt niet meer uit….maar spelen deed het altijd.
Yamaha-tijd
Tja en dan breekt mijn Yamaha-tijd aan. Van dat merk heb ik zoveel keyboards gehad, dat alleen al alles specificeren een volledige column in zou kunnen innemen. Als ik al het geld dat ik daaraan uitgaf toch eens op een spaarrekening had gezet…
Het begon met een portable orgel, dat de Hammond ging vervangen. Daar kwam een synthesizer bij, een elektronische piano, een elektrische vleugel, een theaterorgel, een stuk of wat synthesizers, een string-ensemble, een huiskamerorgel, nog meer synthesizers en last but not least de nieuwe generatie keyboards. Wie eens de plaatjes wil zien van alles wat ik gehad heb en nog heb, verwijs ik naar de foto’s op mijn Facebookpagina Ruud Jansen Muziek.
Het leuke van de oude generatie synths, tot zeg maar 1983, was dat je heel creatief moest zijn. De geluiden moest je ter plaatse maken en bijstellen. Na 1983 toen ‘midi’ zijn intrede deed en de beroemde DX7 werd gepresenteerd veranderde alles. Presets, samples, alles was er en door de complexiteit van de instrumenten was ‘on the spot’ bijstellen bijna niet meer mogelijk. Dat vind ik toch wel jammer. Je hoort nu heel vaak dezelfde basisgeluiden en ik houd van eigen creativiteit. Sinds 2001 ben ik dan ook gestopt met vernieuwen. Ik hang eigenlijk weer veel meer naar de oude Hammond, en de piano.
Het kind in mij kwam weer boven toen ik verhuisde naar mijn huidige woonadres. Toen ik met mijn toenmalige partner het huis ging bekijken en de ruime woonkamer zag, kreeg zij de mededeling “Hier komt dan eindelijk die witte vleugel”. Ze keek me aan en dacht er het hare van.Maar ik was voor een optreden bij de opening van een café in Roermond. De plaatselijke pianozaak, vrienden van me, hadden daar een C3 Yamaha vleugel neergezet voor mij om op te spelen. Wat een lust, wat een plezier…. Na afloop vroeg ik of het instrument te koop was. Dat was zo natuurlijk. Even onderhandelen over de prijs en de vleugel was van mij. Er was een kleine bijkomstigheid. Hij was zwart, en ik wilde een witte. Ook dat kon geregeld worden. Het was even een paar maanden wachten, maar eindelijk op een snikhete juli-dag kwamen ze hem vanuit Limburg brengen. Een schitterende matwitte vleugel. Niet fel wit, maar zeg maar ivoor wit. Toen herhaalde zich wat ook gebeurde toen ik mijn allereerste piano kreeg… Hij stond voor de open schuifpui en ik heb de hele dag gespeeld. Net als toen ik 10 jaar was. Wat een instrument en wat klonk ie mooi! Toen ik eindelijk zo tegen etenstijd stopte, vroeg een buurman “Stop je nu al??? We zaten net zo lekker in de tuin naar je te luisteren”….
Nog steeds bespeel ik die vleugel bijna dagelijks en ik geniet ervan. Ik wissel het nu wel af met een elektronisch kerkorgel, dat ik kreeg van de weduwe van Rick v. d. Linden. Het is wel wat vol daar aan de voorkant van de woonkamer…