NOORD HOLLAND - De jaarlijkse ooievaarstelling begint zaterdag. Hiermee wil de Stichting Ooievaars Research & Knowhow (STORK) achterhalen hoeveel ooievaars dit jaar in Nederland overwinteren en waar. Als mensen met een verrekijker het ringnummer zien en dat doorgeven, weet de stichting ook de leeftijd van het dier.
(bron: ANP / Nieuws.nl)
In een zachte winter zijn ooievaars vaak rond hun nest te vinden. "Ze kennen de omgeving en weten waar voedsel te vinden is", legt STORK uit. "Als de grond bevroren is, of er ligt sneeuw, dan verandert dat. Dan moeten ze op zoek naar plekken waar meer voedselzekerheid is."
Daarom trokken ooievaars normaal gesproken naar West-Afrika. "En tegenwoordig gaan veel naar het zuiden van Spanje bijvoorbeeld", zegt Arda van der Lee, betrokken bij de stichting. Maar door klimaatverandering, en de warmere winters, blijft nu een belangrijk deel van de ooievaars ook in Nederland. "We zien steeds meer ooievaars die in september 'besluiten' om te blijven."
Dat kan voordelen hebben voor het dier. "De trektocht kan gevaarlijk zijn en hierdoor kan die eerder een nest bezetten", somt Van der Lee op. "Daarmee kan die een beter territorium kiezen." Het brengt wel een risico met zich mee als het een aantal weken vriest en voedsel daardoor moeilijker te vinden is. "Dus dat is wel een dingetje."
In de zomer houdt de stichting bij hoeveel broedparen er ongeveer zijn. "Dat wordt wel steeds lastiger, omdat we veel meer ooievaars hebben in Nederland", aldus Van der Lee. Een positief verschil met vroeger: in de jaren zestig was de ooievaar in Nederland vrijwel uitgestorven. Met de jaarlijkse telling in de winter heeft STORK een completer beeld van de vogels.
De telling is volgens de stichting een mooie gelegenheid voor mensen om naar buiten te gaan dit weekend. Deelnemers kunnen hun bevindingen via de mail of telefoon doorgeven. Van der Lee: "Een keer kregen we zelfs een melding van iemand uit de trein die een ooievaar zag. Hoe leuk is dat?"
Vorig jaar deden meer dan zeshonderd mensen mee met deze ooievaarstelling. Zij zagen 953 verschillende ooievaars in het hele land. STORK ziet dat er minder losse ooievaars worden aangetroffen, vaker zitten de vogels geconcentreerd op bepaalde plekken. Vooral bedrijventerreinen en afvalverwerkingsplekken zijn populair bij grote groepen.