Met ingang van de nieuwe dienstregeling van
NS per 10 december 2017 rijdt er twee extra intercity’s op het traject Alkmaar, Heiloo, Castricum, Beverwijk en Haarlem.
De wethouders openbaar vervoer van de aan de Kennemerlijn gelegen gemeenten hebben onder leiding van wethouder Dorenbos van Beverwijk een forse bestuurlijke inspanning moeten leveren om dit voor elkaar te krijgen. Na een actieve lobby van de regiowethouders in de Tweede Kamer en bij de staatssecretaris is het overleg met NS gestart om de dienstverlening op de Kennemerlijn te verbeteren. Ook raadsleden uit de diverse gemeentes hebben hier een actieve rol in gespeeld.
Twee extra intercity’s
Het overleg met NS heeft tot een positief resultaat geleid. Twee extra intercity’s: een aan het einde van de ochtendspits en een aan het begin van de avondspits. Meer treinstellen voor de sprinters, passend bij het aantal reizigers. Daardoor vermindert het aantal keren dat stations voorbij worden gereden, omdat de treinen overvol zijn. Een flinke verbeterslag van de uitval van materieel. Voor reizigers in de richting Leiden/Den Haag is in Haarlem een langere overstaptijd gerealiseerd.
Meer treinen gedurende de dag
Ook de wens om meer intercity’s in twee richtingen te laten rijden, is besproken. NS wil alleen extra intercity’s laten rijden als de sprinters structureel vol zijn. Dat houdt in dat niet alleen de zitplaatsen gevuld zijn, maar dat ook de staanplaatsen volledig benut worden. Daarom komen er na tellingen van NS nu twee intercity’s bij. NS ziet op dit moment geen reden voor verdere uitbreiding. De wethouders blijven echter het belang onderstrepen van meer treinen gedurende de dag in dit dichtbevolkte deel van de Metropool Regio Amsterdam. Het structurele overleg met NS wordt dan ook in stand gehouden en de wethouders van de gemeenten langs de Kennemerlijn blijven de ontwikkelingen goed monitoren.
Zeker nog geen eindresultaat
Wethouder Dorenbos: “In 2015 zijn 40 intercity’s per dag geschrapt, daar zijn er nu 2 van terug. Een aardig begin, waar we NS ook dankbaar voor zijn, maar wat de regiowethouders betreft zeker nog niet het eindresultaat dat wij voor ogen hebben. Goed functionerend en voldoende openbaar vervoer per trein is essentieel om onze regio, die al erg onder druk staat wat het wegverkeer betreft, bereikbaar te houden. Voor nu en in de toekomst. Samen met NS proberen we dit voor elkaar te krijgen.”