Succes en tragiek rond ‘Alice’

Vandaag 45 jaar geleden, op 5 februari 1977, bereikte de Engelse rockband Smokie de eerste plaats van de  Veronica Top-40 met het nummer ‘Living next door to Alice’. Drie weken lang stond Álice’ op nummer één. Het betekende de definitieve doorbraak van Smokie, die binnen een tijdsbestek van vier jaar maar liefst 10 hits scoorde.

(tekst: Wim Meijer)

Gompie
Toch zou het grootste succes van Smokie, of eigenlijk van ‘Alice’ nog 18 jaar op zich laten wachten. Want in 1995 stond ze opnieuw op de hoogste positie in de hitlijsten, alleen in een ietwat aangepaste versie. Dit alles met dank aan diskjockey Onno Pelser van het Nijmeegse café Gompie. Onno Pelser had er een gewoonte van gemaakt om gedurende het draaien van ‘Living next door to Alice’, op het moment dat de naam Alice had geklonken, het volume weg te draaien, waarop het hele café schreeuwde “Alice, who the fuck is Alice?”

Het was Rob Peters, directeur van platenmaatschappij RPC, die op een avond dit schouwspel gadesloeg en zich realiseerde dat hiermee een hit te behalen was. Daarop benaderde hij zijn vriend Peter Koelewijn, die het nummer al de volgende dag opnam onder de artiestennaam ‘Gompie’. Het resultaat was een enorme hit die maar liefst 5 weken de eerste plaats van de Top-40 innam en ook in de andere Europese landen enorm scoorde.

Alan Barton
Het succes van ‘Gompie’ was voor de bandleden van Smokie het signaal om ook weer aan een comeback te denken. Ook zij namen ‘Alice’ opnieuw op in een ‘aangepaste’ versie samen met de Britse komiek Roy Chubby Brown. Aardig detail is dat het woord ‘fuck’ voor de Engelsen net iets te ver ging, waardoor het werd vervangen door ‘BLEEP’.

Smokie bereikte met hun nieuwe Alice uiteindelijk een 3e plaats in de Britse Hitchart. Rijk werden ze er echter niet van. Ongelukkigerwijs kreeg de single de functie van een soort levensverzekering voor zanger Alan Barton, de vervanger van de originele Smokie-zanger Chris Norman. Nog voordat de single een succes werd kwam hij om het leven bij een verkeersongeluk in Duitsland, toen de tourbus van Smokie in slecht weer van de weg raakte.

De overgebleven groepsleden van Smokie schonken de opbrengst van de single ‘Living Next Door To Alice (Who The ‘bleep’ Is Alice)’ aan Bartons weduwe.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen